The Shining
Door: Eefje
Blijf op de hoogte en volg Eef en Pim
27 Juli 2009 | Syrië, Damascus
Met pijn in ons hart verlieten we Palmyra. We hadden het hier echt heel erg leuk gehad maar we moesten door. Onze volgende bestemming was Damascus. Toen we daar na twee uur aankwamen hadden we schrikbarend veel moeite een cheap hotel te vinden. De bus was veel later vertrokken dan gepland, tegen de tijd dat we in Damascus waren zat alles vol. Uit pure wanhoop zijn we voor $55 ingechekt in het Orient Palace Hotel. Een gigantisch gebouw (denk The Shining) uit de jaren '20 op een top locatie. Er heerstte een sfeer van vervlogen grandeur of van een expirimenteel nazi-hospitaal, afhankelijk van smaak. 's Middags bezochten we de Umayyad moskee uit de 7e eeuw nChr. Ik moest weer een zwarte tent aan. Op de binnenplaats zaten hele families te picknicken en binnen waren jongetjes aan het judoen. Ik had een Disneyland sensatie. We waren dan ook snel weg, maar niet voordat we de tombe van Saladin (Salah-ah-Din) en Johannes de Doper hadden bezocht. Daarna dwarrelden we wat over de Souq. 's Avonds konden we ons er slecht toe zetten om te gaan slapen, het Shining sfeertje hielp niet. Het was inmiddels 01:30 en we trokken onze slaapkleren aan. We hadden eindelijk besloten toch echt te gaan slapen toen ik drie dode kakkerlakken in de kamer ontdekte. Gadverdamme. En voor $55 ronduit schandalig, dat is een behoorlijke smak geld in Syrie. De maat was vol, we gingen hier niet meer in slaap vallen dus pakten we onze tas in. We vertelden David dat we hem morgen zouden meeten en vroegen ons geld terug bij de receptie. Eenmaal buiten voelden we ons bevrijdt en gelukkig. Het was 02:30 en Damascus sliep. We besloten een aantal hotelletjes af te lopen in de hoop een matras op het dak te vinden. Alles bleek echter potdicht. We wilden net op zoek gaan naar een bar om de nacht uit te zitten toen in een klein achteraf straatje een oud mannetje gewekt werd door onze voetstappen. Hij had op een bankje van, waarschijnlijk zijn eigen, eettentje liggen slapen. "Hotel?" vroeg hij slaperig. Hij gebood ons te volgen en dook een steegje in in het oude Damascus. Er volgde nog een steegje en zelfs een steegje in een steegje voordat hij halt hield bij een zwarte, ijzeren, deur. Na drie bonzen ging de deur open. Drie jonge mannen, twee Syriers en één Brit, deden met ontbloot bovenlijf de deur open. We vertelden snel ons verhaal en ze boden ons twee matrassen op het dak aan. De Brit vroeg of we een kopje thee wilden en vertelde ons dat dit een studentenhuis was voor buitenlander die Arabisch leerden in Damascus. We voelden ons erg thuis. Het dak was heerlijk koel, en opvallend stil en 's ochtends ontmoetten we de rest van de studenten. We hadden heerlijk geslapen en de huisbaas vertelde ons dat het Orient Palace een slechte reputatie had. Toen we weggingen zei hij dat we altijd welkom waren, zelfs om 03:00 's nachts. Fijn.